Als je 58 jaar wordt
Vanaf je 55ste kun je een voorlopige keuze maken voor een vast of variabel pensioen. We raden je aan om dit uiterlijk op je 58ste te doen. Je zit dan namelijk 10 jaar vóór de standaard pensioenleeftijd in de pensioenregeling (68 jaar). Je kiest dan de manier waarop je de laatste 10 jaar gaat beleggen. Heb je gekozen voor vrij beleggen? Dan moet je de afbouw naar vast/variabel pensioen zelf via de beleggingsmix regelen. Dit werkt heel anders dan deelnemen aan de Lifecycles.
Deze keuze is belangrijk als je 58 jaar wordt
Een vast en variabel pensioen vragen allebei om een andere manier van beleggen.
- Als je (voorlopig) kiest voor een vast pensioen, moet je misschien minder risicovol gaan beleggen. De Life Cycle Vast sluit als beleggingskeuze het beste aan bij een vast pensioen.
- Als je (voorlopig) kiest voor een variabel pensioen, past juist beleggen met méér risico. De Life Cycle Variabel sluit als beleggingskeuze het beste aan bij een variabel pensioen.
Op je pensioendatum koop je met je pensioenkapitaal uit de MUP- én MSP-regeling een pensioen in. Op dat moment kies je definitief voor een vast of variabel pensioen.
Wat moet je doen?
Dat hangt af van je leeftijd:
- Ben je 58 jaar of ouder? Dan raden we je aan om zo snel mogelijk een keuze te maken voor een vast of variabel pensioen.
- Ben je jonger dan 58 jaar? Dan hoef je nog niets te doen. Je krijgt vanzelf bericht op het moment dat we je vragen om te kiezen.
- Vanaf je 55ste kun je je wel alvast verdiepen in het vast en variabel pensioen en je keuze doorgeven. Gebruik daarvoor de Beleggingswijzer in MijnMarsPensioen. Je kunt onderzoeken welke manier van beleggen bij je past en je voorlopige keuze voor een vast of variabel pensioen vastleggen. Let op: tot je 58ste zijn de Life Cycle Vast en Life Cycle Variabel aan elkaar gelijk. Vanaf 58 jaar gaan ze uit elkaar lopen.
Lees meer over vast en variabel pensioen.